Image 01 Image 02 Image 03 Image 04 Image 05 Image 06 Image 07
Sage
Brussel

Manneken Pis

Manneken Pis

De verschillende verhaallijnen over de herkomst van het Brusselse ketje, Manneken Pis:

De vervloekte wildplasser

Een oude heks die op de straat leefde veroordeelde een kleine jongen tot een triest lot. Omdat hij tegen een deur voldeed aan een dringende natuurlijke behoefte, moest hij dit eeuwig als stenen beeld doen. Gelukkig verscheen op dat ogenblik een oude man met een beeld dat op het kind leek en zette het er op zijn plaats neer.

Petit Julien, de wildplasser

Een jongetje, Petit Julien, plast tegen de deur van een heilige kluizenaar. De oude man, die een vreemd geluid hoorde, ging een kijkje nemen en veranderde de kleine jongen in een stenen beeld en veroordeelde hem tot het eeuwig behouden van zijn onbescheiden houding. Het einde van de legende werd aangepast om kinderen niet angstig te maken. De vader had een beeldje laten maken dat op zijn kind leek en bij de voorstelling ervan leefde zijn zoon opnieuw.

De held Manneken Pis

Lang geleden toen Brussel weer eens belegerd werd, boden de inwoners van de stad zo'n heftige weerstand, dat de belegeraars uiteindelijk moesten afdruipen. De Brusselaars richtten meteen een groots feest op, maar ze wisten niet dat de belegeraars uit woede besloten hadden de stad in brand te steken. Daartoe hadden ze, ergens bij een poort, de lont aangestoken die naar een groot kruitvat liep. Gelukkig had een jongetje het gavaar bemerkt en het blusmiddel tevoorschijn gehaald dat hij onmiddellijk bij de hand had. Dat zo'n heldendaad gestandbeeld moest worden lag voor de hand.

Het speelse Manneken Pis

In Brussel leefden tijdens de kruistochten de Graaf van Hove, zijn echtgenote en zijn zoon Godefroid. Deze gaf vaak onderdak aan strijders. Hij stuurde zijn vijfjarige zoon, een vindingrijk ventje, erop uit om ze te verwelkomen. Maar dit speelse ventje plaste voortdurend op de stoet. Om de strijders te verlossen van de belediging, hebben de graaf en de gravin een standbeeld van boetedoening laten maken.

Het verloren Manneken Pis

Een kind van de burgerij liep verloren in de menigte. Na vijf dagen zoeken in de Brusselse straten vond de vader hem op de hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat, terwijl hij (de zoon) aan het plassen was. De vader was zo blij dat hij zijn zoon had teruggevonden, dat hij een standbeeld heeft laten maken dat dat ogenblik voor eeuwig vastlegde.

Het gestrafde Manneken Pis

Dit verhaal zou zich afgespeeld hebben in de VIIIe eeuw. De vrouw van een heer bracht een baby ter wereld waarvan het eerste wapenfeit was dat hij zo hoog plaste dat de baard van Vindicien, bisschop van Arras, helemaal bespat was. Het kind werd Manneken-Pis genoemd. Niet veel later overleed Vindicien. Waar moesten de ouders niet het doopsel organiseren en wie zou de kleine dopen? Een zekere Gudule nam de opdracht aan. Maar, verleid door Gudule, verliet de heer de woning en ging hij naar die van Gudule, die hem met ontving zonder te weten welke zijn precieze bedoelingen waren! De verontwaardigde Gudule zei, om hem te straffen: 'Uw enige zoon zal niet meer groeien en zal nooit meer stoppen met plassen.'

Manneken Pis in het heetst van de strijd

De meest plausibele versie is gebaseerd op historische feiten. In 1142 zag Godfried III, hertog van Lotharingen, het daglicht. Helaas stierf zijn vader, Godefroid II, niet veel later. Twee vazallen, Gauthier Berthout en zijn broer Gerard de Grimbergen, vonden het moment geschikt om de wapens op te nemen tegen hun vorst in de wieg. De sire van Gaasbeek vroeg de aanwezigheid van de jonge hertog op het slagveld. De wieg werd dus opgehangen aan de tak van een jonge eik op de plaats van de strijd in Ransbeek. Al vier keer teruggedrongen, werd het leger van de baby, voor wie de strijd verloren leek, plots verblind door het zicht van het kind dat rustig zijn beroemde handeling uitvoerde. Om de overwinning te vieren, werd er een fontein gebouwd in Brussel, met de naam Manneken-Pis. Verder werd de jonge eik ontworteld en geplant in de Eikstraat.

Geraadpleegde bron(nen): 

© 2024 Filip Gybels