Sterreborne
Honderden jaren geleden was er tussen Tienen en Leuven een donker woud, zonder wegen. Op zekere dag waren twee gravinnen met hun koets van de weg afgedwaald en belandden bij een plaats Herint genaamd, niet ver van Boutersem. Door een ondraaglijke dorst geplaagd en niets bij de hand hebbend, stuurden zij een smeekbede tot de Moeder der Barmhartigheid.
Plotseling, temidden van de duisternis en het donkere woud, zagen zij aan de hemel een schitterde ster oplichten waarvan een straal de grond scheen te raken. Met een eigenaardig gedraai scheen ze naar een bepaalde plaats te wenken. Toen de gravinnen daar aankwamen zagen zij onverwacht een bron die voor hun ogen aan de aarde ontsprong. Wie vanaf dit ogenblik van het water dronk, werd onmiddellijk van om het even welke kwaal genezen.