De duivelshond van Damme
Lang geleden, in de 12de eeuw, bij het begin van wat later de stad Damme zou worden, werkten de mensen noest om hun land te beschermen tegen het wassende water. Zij bouwden dijken om het water uit hun huizen te houden.
Op een dag hoorden ze een gehuil dat door merg en been ging; een watergeest in gedaante van een hond joeg de bewoners van Damme de stuipen op het lijf. Drie nachten lang duurde het en er brak een hevige storm los.
De dijken konden het geweld van het water niet tegenhouden en de zee sloeg een bres in de dijken. De duivelshond bracht het noodlot tot aan het dorp. De dijkbewoners konden echter de hond bij de lurven vatten en sloegen hem de kop in. Men gooide het lijk van de hond in de bres van de dijk. Als bij wonder hield de dijk stand en Damme was gered.
Daarom heette Damme in het begin "Hondsdamme" en draagt de stad in haar wapenschild een hond.