Image 01 Image 02 Image 03 Image 04 Image 05 Image 06 Image 07
Sage
Diest

Het Spook van het Sint-Jansveld

Sint-Jansruïne en kerkhof in 1904

Sint-Jansruïne en kerkhof in 1904 | 'Diest: alsof het gisteren was', Marc Brans

Rond 1820 spookte het op het Sint-Jansveld te Diest. In deze volksbuurt woonde de armere arbeidersklasse. Reeds enkele maanden zou er na middernacht een witte gedaante ronddolen, komende uit de richting van de Sint-Jansruïne en het kerkhof. De verschijning zou zich dan langzaam begeven richting de Zellenstraat (de huidige Mariëndaalstraat). Tegen het huis op de hoek van de Sint-Janstraat en de Zellenstraat bevond zich een arduinen steen, waarop de gedaante dan ging zitten om een halfuur later weer op te staan en terug te slenteren richting de ruïne.

Deze spookverschijning boezemde angst in bij de buurtbewoners van het Sint-Jansveld en men durfde na middernacht haast niet meer buitenkomen. Maar dat was buiten twee moedige kerels gerekend, die het idee opperden om deze zaak zelf te gaan onderzoeken. We zullen deze helden gemakshalve ‘Pol’ en ‘Jef’ noemen.

De geliefkoosde bestemming van het spook was reeds bekend, dus spraken de twee dappere zielen even voor middernacht af aan de bewuste hoek met de arduinen steen. Jef was als eerste op post en wat nerveus wachtte hij op zijn kompaan. Maar Pol kwam maar niet opdagen en middernacht was reeds gepasseerd. Na nog enkele minuten wachten besloot hij terug naar huis te gaan, maar net op dat moment merkte hij in de verte de witte gedaante op die pal in zijn richting wandelde.

Een gevoel van angst overviel hem en verstijfd drukte hij zich tegen de muur aan, terwijl het spook dichter bleef komen. Even later was het dan zover, de witte gedaante naderde de hoek en ging ook nu naar goede gewoonte op de steen zitten. Jef, opgelucht dat hij niet werd opgemerkt, voelde zich net moedig genoeg om zijn angst even opzij te zetten en naar het spook te kijken.

Stomverbaasd keek hij de mysterieuze gedaante aan. Hij kon zijn ogen haast niet geloven, want het gewaande spook bleek niemand minder te zijn dan zijn kameraad Pol in een wit nachthemd. Perplex bleef Jef tegen de muur plakken en wachtte tot Pol, het ‘spook’, eindelijk opstond en huiswaarts keerde.

De volgende dag kon Jef niet wachten om de vrouw van Pol in te lichten over zijn nachtelijke wandelingen, maar ze geloofde er niets van. Niettegenstaande bleef Pol’s wederhelft er toch over nadenken, want ze kon niet ontkennen dat ze de laatste maanden ’s nachts wakker werd van een koud en kil gevoel. Dit fenomeen deed zich steeds voor rond de klok van 1 uur, en volgens Jef zou Pol steeds rond dat uur terugkeren naar huis. De puzzelstukjes leken dus misschien toch in elkaar te vallen.

De gedachte dat haar man, door spook te spelen, de buren elke nacht de stuipen op het lijf wilde jagen, kon ze niet echt appreciëren. Ze besloot dan ook om dat spook eens een lesje te leren door zijn nachtelijk uitstapje te voorzien van een koude douche.

De volgende nacht stond Pol op om naar goede gewoonte in zijn nagelwit nachtgewaad te beginnen aan zijn wandeling. Hij opende de voordeur om naar buiten te stappen, maar daar wachtte zijn vrouw hem op, vergezeld met een emmer water. Met een flinke zwaai zwierde ze de inhoud van de emmer over Pol, die bleek aan het slaapwandelen te zijn. Kletsnat schoot hij wakker, keek verbaasd in het rond en sprong bibberend van de kou terug zijn huis binnen.

Pol hield van zijn ijskoude douche een zware verkoudheid over, die ontwikkelde tot de gevreesde ‘vliegende tering’. Amper vijf dagen later had deze agressieve longaandoening Pol al naar het graf gebracht.

Alle mensen van het Sint-Jansveld waren aanwezig op zijn begrafenis, alsook heel wat nieuwsgierig volk uit de stad.

Sindsdien spookt het niet meer op het Sint-Jansveld.

Tekst: 
Filip Gybels
20 augustus 2022
12 oktober 2024

© 2024 Filip Gybels