De kleefsteen van Aldeneik
Op Paasdag 1596 deelde Kruisheer Jan Hammerslag de communie uit in de kerk. Plots een geschreeuw en gestommel achter in de kerk en de vrouw van de koster drong zich naar voor: "De buren schelden mij uit voor heks en ik wil gerechtigheid!"
Kruisheer Hammerslag vroeg de kostersvrouw het Godsoordeel te ondergaan en te communie te gaan. Hij legde de hostie op haar tong en vroeg haar dan de mond te sluiten, zodat men kon bestatigen dat God wel in haar wilde wonen. Maar hoe de vrouw ook zwolg en slikte, de hostie bleef in haar mond en zodra zij de mond opende viel het heilig brood eruit op de kerkplavuizen.
In paniek wilde de kostersvrouw de hostie oprapen om ze weer in haar mond te stoppen. Maar zodra haar hand de kerkvloer raakte, drongen haar vingers in de harde steen en bleven er kleven. Pas nadat de priester de hostie weer had opgeraapt, kon de heks - dat was nu wel duidelijk - haar hand terug losrukken uit de vloer.
De vrouw, voor wie het Godsoordeel verkeerd uitviel, werd onmiddellijk naar Maaseik gevoerd, waar ze na een kort proces als heks op de brandstapel eindigde.
De "kleefsteen" bevindt zich in de binnenmuur van de kerk van Aldeneik en de sporen van de vingers van de kostersvrouw zijn heden nog te zien.