De vloek van Lange Mele
Lange Mele was een heks die aan alle kinderen snoepjes uitdeelde. De ouders zeiden tegen hun kinderen dat ze het snoepgoed niet mochten opeten maar als Lange Mele het niet zag het over hun hoofd moesten gooien en dan een kruisteken maken. Op een keer had Lange Mele gezien dat één van de kinderen dit had gedaan en dreigend zei ze: "Je zult nog van mij horen!"
Kort daarop moest er op het hof waar het kind woonde een koe kalven. Toen het kalf geboren werd was het een echt monster. Het had vijf poten en zijn staart stond vanonder. Het kalf heeft slechts enkele uren geleefd. De boer die zich natuurlijk zorgen maakte omdat er nog meerdere koeien moesten kalven besloot naar de pastoor van de Sint-Hermeskerk te gaan en vroeg om de stal te wijden. De pastoor beloofde dit wel, maar hij stelde het altijd weer uit. Teneinde raad trok de boer naar de pastoor en vroeg een fles wijwater en een palmtakje zodat hij zijn stal kon wijden. Met het gevraagde keerde hij huiswaarts en sprenkelde het wijwater in alle hoeken en kanten van de stallingen, terwijl hij steeds maar weer het Sint-Jansevangelie las, tot de fles leeg was.
Hij dacht bij zichzelf: "Als het nu nog niet goed is, kan ik er ook niets meer aan doen".
Maar het was goed, de stal werd met rust gelaten.