Trécouche
De Trécouche, naar een illustratie van Madeleine Kuijper
© Madeleine Kuijper illustraties
In de Semois, een rivier die door België en Frankrijk stroomt, leeft een reusachtig krabachtig schepsel met tientallen scharen: de ‘Trécouche’.
Dit huiveringwekkende monster gedijt in de diepe delen van de rivier, waar hij zich ingraaft in de bodem. Dit wezen heeft geen poten, maar kan op de punten van zijn talrijke scharen over de rivierbodem lopen. Wanneer hij honger heeft begeeft hij zich naar boven en drijft hij in het water met enkel zijn ogen boven het wateroppervlak, zoekend naar een prooi.
Een prooi kan een dier zijn, maar kan zelfs ook een kind zijn. Volwassenen valt hij meestal niet aan, want de lijvige omvang ervan zou maar moeizaam verteerbaar zijn.
Wanneer er zich een geschikte prooi aan de waterrand bevindt, zwemt hij er geruisloos naartoe en blijft lichamelijk onder water tot hij vlakbij is. De aanval die daarop volgt is snel en efficiënt: hij springt uit het water en draait zijn lichaam zodat de tientallen grijpscharen de prooi beet kunnen nemen om het vervolgens mee de rivier in te sleuren.
Eens diep in het water is er aan de gruwel van de Trécouche geen ontkomen meer aan. Door de vlijmscherpe tanden van het monster worden zelfs de botten van kinderen mee opgegeten. Alsof dat nog niet genoeg is, braakt dit schepsel na de vertering de resten van de huid en botten uit in een smurrie van schuim en bloed. Aan de oever van de rivier vindt men dan dit luguber visitekaartje van de Trécouche.
Waarnemingen van dit afzichtelijk schepsel zijn verspreid over de hele Semois, vooral tussen het Belgische dorp ‘Bohan’ en de Franse gemeente ‘Les Hautes-Rivières’. Als een kind vermist wordt in dat gebied, zou de politie niet eens een zoekoperatie op touw zetten, want vroeg of laat zullen de resten wel teruggevonden worden…aan de oever van de rivier.
Noordraven, T., & Kuijper, M. (2019). Het boek van wonderlijke wezens die werkelijk bestaan. Overamstel Uitgevers.