De oorsprong van de Wieltjesfeesten
Een legendarisch noodlottig ongeval in de 17de eeuw ligt aan de basis van de benaming Wieltjesfeest, sinds 1968 telkens op de eerste zaterdag van september in de stad Menen.
Het noodlottig ongeval zou zich hebben voorgedaan op 26 juli 1646. Een diligence reed toen in de Rijselstraat een meisje van ongeveer 12 jaar omver. Het kind kwam onder de wielen terecht en werd op slag gedood.
De baljuw en de mannen van de wet kwamen ter plaatse om een onderzoek in te stellen en de schuldige aan te duiden.
Om hun werk gerust en doelmatig te kunnen uitvoeren bevolen de plichtsgetrouwe heren de vier wielen van de koets af te nemen en ze in de gevangenis op te bergen.
Terwijl de magistraten aan het beraadslagen waren, vond de koetsier er echter niets beters op dan door een wagenwielmaker vier andere wielen aan zijn koets te laten aanbrengen en onmiddellijk daarop ongehinderd en in alle vaart de stad te verlaten. Wanneer nu het bevel kwam om de koetsier aan te houden was de vogel reeds ver gevlogen. De magistraten hadden zich laten beetnemen.
Hierdoor kregen de Menenaars van de eerste en gereedste grappenmaker de lapnaam "Wagenwielvangers" of "Wielenpakkers" mee. Dit was meteen hun vijfde lapnaam. Zo sprak en spreekt men ook nog van de "Meense Greeters", de "Meense Kandeeleters", de "Pelsmakers van Menen" en de "Meense Taartenbakkers.
Met dank aan Eddy Demeyere