De rijve van de Heilige Ursula
In de winter van het jaar 1477 wordt het leger van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen, voor de poorten van Nancy verslagen door het leger van de Zwitsers en de Lor reinen. Zelf vindt de vorst hierbij de dood. Wat van zijn leger overblijft wordt uiteengedreven en zwerft van de ene plaats naar de andere.
Eén van de overlevenden, een Duits huursoldaat, klopt op een avond aan bij de portier van het St. Janshospitaal waar zieke en behoeftige pelgrims voor één nacht een onderkomen krijgen. De man is gewond en totaal uitgeput. Door al die ellende zagen de zusters van het St. Janshospitaal het als hun plicht zich over deze vreemdeling te ontfermen. Door hun liefdevolle en zorgzame hulp, ontsnapte hij aan een zekere dood.
Enkele tijd later, toen de soldaat aan de beterhand was, vroeg hij om verf en penselen teneinde zich in de herstelperiode te kunnen bezighouden.
Eindelijk kwam dan de tijd dat hij het hospitaal kon verlaten, en hij liet er een vorstelijk geschenk achter. Om zijn dankbaarheid te betuigen voor de belangloze zorgen die hij mocht genieten, had hij voor de zusters van het St. Janshospitaal de prachtige rijve voor de relikwieën van St. Ursula geschilderd. Meteen werd dit het meest unieke werk van de soldaat en kunstenaar: Hans Memlinc.