Lange Wapper de Weldoener
Op een mooie lenteavond waren de kinderen nog laat aan het spelen op het Steenplein, toen er een zichtbaar rijke heer kwam aanwandelen. Hij had een grote zak mee die vol snoep stak, alle zoete heerlijkheden die je maar kon bedenken.
Hij deelde ze met gulle hand uit aan de kinderen, maar tegelijk liep hij almaar meer weg van het Steenplein, in de richting van het Kiel. Hij begon hoe langer hoe vlugger te lopen en het gekke daarbij was dat hij steeds meer snoep uitdeelde. De joelende kinderen bleven hem volgen.
Uiteindelijk bevonden ze zich, zonder dat ze het beseften, al een heel eind op de Boomsesteenweg. Opeens was die gulle meneer verdwenen, als opgelost in de lucht.
Ze konden alleen nog zijn spotlach horen en toen wisten ze dat ze Lange Wapper hadden gevolgd.